Het is schrijnend om te zien: ouderen in verzorgingshuizen voor wie nauwelijks nog persoonlijke aandacht is. Het hartverscheurende boek van Hugo Borst, waarin hij de situatie van zijn dementerende moeder beschrijft, gaat door merg en been. Hoe is dit mogelijk? Talloze potentiële verzorgenden zitten werkloos thuis, terwijl de personeelstekorten in verzorgingshuizen alleen maar lijken op te lopen. Het is de keerzijde van de aantrekkende economie.
Ga er maar aanstaan: als net afgestudeerde presteren onder een enorme werkdruk en werk verrichten dat beslist niet geromantiseerd moet worden. Werken in de zorg is zwaar en uit het cao spreekt niet bepaald de waardering die je hiervoor zou mogen verwachten. Niet vreemd dus dat afgestudeerde hbo-v’ers er de voorkeur aan geven om bijvoorbeeld in een ziekenhuis te gaan werken, waar de vraag naar personeel óók groot is. Voor het wassen en het begeleiden van toiletbezoeken van ouderen halen zij hun neus op.
De oplossing: arbeidsmigranten?
Maar juist om dit hoogopgeleide personeel zit de verplegingszorg te springen. En dit geldt voor meerdere sectoren. Ook leerkrachten, ICT’ers en technici liggen bepaald niet voor het oprapen. En dat terwijl in verscheidene Zuid-Europese landen, waar de werkgelegenheid aanmerkelijk lager en de werkloosheid hoger ligt dan bij ons, enorme aantallen hbo- en universitair geschoolden in een uitzichtloze situatie zitten. Geen werk en geen perspectief. Maar wacht eens! Dat klinkt als een win-winsituatie, toch? Wij hebben het werk, zij de kennis. Laat maar komen, zou je zeggen.
Nieuw probleem: wonen
Echter, dan lopen we tegen het volgende probleem aan: huisvesting. Want we kunnen wel duizenden buitenlandse werknemers naar Nederland halen, maar waar moeten ze dan wonen? De wachttijd voor een sociale huurwoning bedraagt momenteel gemiddeld zo’n negen jaar, becijferde RTL Nieuws eind vorig jaar. Dat is dus geen optie voor de arbeidskrachten die we eigenlijk per direct nodig hebben. Huren in de vrije sector is dat evenmin: veel te duur voor starters met een zorg-cao-salaris. Over kopen hoeven we het niet eens te hebben.
Tijdelijke huisvesting zou een oplossing kunnen zijn. Hoeveel gebouwen staan er immers niet leeg? Gebouwen die op de nominatie staan om gesloopt of verbouwd te worden, maar waar nog geen concreet bestemmingsplan voor is. Niet zelden duurt deze leegstand jarenlang, alvorens een woningcorporatie, provincie of gemeente er daadwerkelijk mee aan de slag gaat. Zonde, toch?
Inefficiënt leegstandsbeheer
Vaak krijgen anti-kraakbedrijven – of “leegstandsbeheerders” – deze potentiële woningen in beheer, maar maken zij hier allesbehalve optimaal gebruik van. Van een tien kamers tellend pand worden geregeld maar één of twee vertrekken gebruikt als woonruimte, om er maar het predikaat ‘bewoond’ op te kunnen plakken. Uitzonderingen zijn er natuurlijk ook, zoals de Friese tijdelijke huisvester CareX.
Daarbij moet overigens wel aangetekend worden dat ook de regelgeving het voor arbeidsmigranten nou niet echt vergemakkelijkt een woning te vinden. Stel dat een makelaar uit Friesland de voorkeur zou geven aan Spaanse arbeiders als nieuwe bewoners van een huurwoning, dan staat de wet dit niet zomaar toe. Alleen als er sprake is van een door de overheid opgesteld bestemmingsplan dat dit bepaalt, is selectieve toewijzing geoorloofd.
De bal ligt bij het Rijk
Regionale overheden kunnen dus een zeer belangrijke rol spelen bij het oplossen van personeelstekorten in de zorg, ICT en andere branches waar arbeidsschaarste heerst. Door creatief te zijn met het efficiënt invullen van langdurig leegstaande panden kunnen meerdere vliegen in één klap geslagen worden. Je creëert meer levendigheid in steden en dorpen waar veel onnodige leegstand is en kunt woonruimte bieden aan de arbeidsmigranten die we zo hard nodig hebben. Beste wethouders, waar wacht u op?